14,20 per fles
Met een jaarproductie van slechts 70.000 flessen, afkomstig van twintig hectaren wijngaard, is de gepensioneerde advocaat Giuseppe Gabbas een kleine Sardijnse producent.
De Italiaanse wijngids Gambero Rosso noemt hem desondanks ‘un grande viticoltore’ en rekent hem tot de beste Cannonau-makers van het eiland. Met name de verfijning en doordrinkbaarheid worden geroemd: geen donkergekleurde blockbusters, maar elegante Cannonau met verfijning.
Giuseppes wijndomein ligt iets ten zuiden van Nuoro, de hoofdstad van het prachtige berggebied Barbagia, en profiteert van de koelte van de zeewind en de valwinden in de bergen. Mede hierdoor rijpen de druiven lang en gelijkmatig, zodat de tannines in de schil perfect rijp worden en soepel smaken.
De Lillové is gemaakt van hoofdzakelijk cannonau (synoniem voor grenache) en wordt aangevuld met een klein percentage andere inheemse Sardijnse druiven. Je proeft de Sardijnse warmte in het rijpe fruit en de kruidigheid, maar dankzij de sappige frisheid blijft de wijn heerlijk doordrinkbaar. Serveer ‘m op een warme dag gerust iets gekoeld.
Aanbeveling van onze wijnadviseur Rutger Kluin
"Als er iemand soepele, fraaie Cannonau wijnen kan maken, dan is het Giuseppe Gabbas wel. Zijn wijngoed vind je in het noordelijk deel van Sardinië. Cannonau is een synoniem voor grenache. Lillové is daarom ook een wat lichterrode gekleurde wijn en ruikt naar rijp rood fruit en kruiden. Het wijnhuis zorgt ervoor dat het typisch Sardijnse wijn is, maar een die prima doordrinkbaar is. Een heerlijke wijn om bij een borrelhap te drinken of natuurlijk bij een mooie Italiaanse maaltijd. Ook een ideale wijn om iets gekoeld te drinken."
Bekijk alle aanbevelingen van Rutger
Lichtrode kleur en fruitig, aromatisch van geur met nuances van fris rood fruit en een lichte kruidigheid. De smaak is soepel, fris en rond van structuur en eindigt met een sappige afdronk.
Prima bij lichte charcuterie en pastaschotels.
Nu op dronk, goed houdbaar tot drie à vier jaar na oogst.
Het eiland Sardinië ligt ongeveer halverwege Italië en Spanje, direct onder Corsica. Het heeft – zoals dat hoort op een eiland – eigenzinnige bewoners, die rustig hun eigen gang gaan. Een van die bewoners is wijnmaker Giuseppe Gabbas. Zijn bedrijf ligt dicht bij de stad Nuoro op de noordelijke helft van Sardinië, in een prachtige vallei aan de voet van de ruige bergketen Supramonte.
Hier bewerkt Gabbas – volgens degenen die hem kennen een man van weinig woorden, die liever doet dan praat – 20 hectare wijngaarden. Ze liggen op 250 tot 350 meter hoogte en hebben bodems van graniet. Een plek met een ideaal klimaat voor dé druif van Sardinië: de blauwe cannonau. De hitte en droogte worden er getemperd door de nabijheid van de zee, die op 20 kilometer afstand ligt, en de bergen. Samen zorgen zij voor voldoende afkoeling en vooral een aanzienlijk verschil in dag- en nachttemperatuur. Dat bevordert de ontwikkeling van zuren en aroma’s in de druiven, en maakt het mogelijk er elegante wijnen van te maken.
Verfijnde wijnen zijn het handelsmerk van Gabbas. Hij vindt het echter ook belangrijk de Sardijnse wijnmaaktraditie te volgen, waarbij de druivenschillen lang in het sap weken. Dat maakt zijn wijnen zowel elegant als vol, aards en stevig.