Wijn is in wezen niets anders dan vergist sap van versgeoogste druiven – en dat is ook de wettelijke definitie ervan – maar is in de praktijk toch wel iets gecompliceerder. Eigenschappen als type, kleur, stijl en smaak zijn afhankelijk van factoren als terroir (de optelsom van natuurlijke factoren als bodem, klimaat en ligging), teeltwijze, opbrengst, manier van wijnmaken en commerciële overwegingen, die allemaal samen leiden tot een eindeloze variatie. Mede daarom is er geen enkele andere drank die zo tot de verbeelding van gebruikers spreekt als wijn. De wereldwijde wijnproductie bedraagt jaarlijks ongeveer 275 miljoen hectoliter. Ongeveer de helft daarvan komt uit de drie grootste Europese wijnlanden: Italië, Frankrijk en Spanje.
Frisse, droge witte wijn uit Griekenland, met een aroma van toast en rijp fruit. De sappige, evenwichtige smaak combineert goed met vis, kip en milde pasta. Ook lekker als aperitief.
Volrode Griekse wijn met een aroma van rijp rood fruit en verfijnd eikenhout. De volle, kruidige en evenwichtige smaak combineert heel goed met rund- of lamsvlees, zelfs flink gekruid.
Griekse, droge witte wijn met een pittige, kruidige geur en een krachtige, frisse smaak. Gemaakt van assyrtikodruiven. Lekker bij gegrilde vis of schaal- en schelpdieren.
Kruidige en frisse Griekse rode wijn met de geur van rood fruit en een soepele, toegankelijke smaak. Eventueel licht gekoeld lekker bij koude schotels en gegrilde gerechten.
Bijzondere witte wijn met een verfijnde geur van grapefruit, limoen en vuursteen. Verleidelijk fruitig, mondvullend en fris-droog. Licht ziltig in de finale. Heerlijk om zo te drinken, of perfect om te combineren met fruits de mer en gegrilde visgerechten.
Griekse rode wijn van agiorgitikodruiven, met een aroma van kersen en bessen en een vleugje eikenhout. De smaak is soepel en fris: lekker bij (gegrild) rund- of varkensvlees.